Ooit ...

Welkom aan Vermeer in onze keuken

 

2023

Tijdens de renovatie van onze keuken
ontstond het idee om een wand geel te verven.

De derde poging leverde uiteindelijk de kleur geel die beviel.

Heel interessant allemaal, maar er ontbrak nog iets:
een schilderij.

De kleur geel van het hesje van het Melkmeisje van Johannes Vermeer
past wel bij die andere kleur geel van de muur.


Oorspronkelijk een klein schilderijtje van 45,45x40,6cm,
geschilderd door Johannes Vermeer ca. 1660.

Nou kan men gewoon naar dit schilderij kijken en eventueel bewonderen,
maar men kan er ook een studie van maken.


Er zijn mensen die dat doen,
lees maar:

Het Melkmeisje

Wat we op het waarschijnlijk tussen 1658 en 1661 gemaakte schilderij zien, werd al in 1669 in een veilingcatalogus treffend beschreven: 'Een Meyd die Melk Uytgiet, uytnemende goet van dito'.Keer op keer schilderde Vermeer vrouwen die bezig zijn met huishoudelijk werk, en daarbij variëert hij maar weinig in de motieven en ordening. Het melkmeisje als persoon is weliswaar de enige vertegenwoordigster uit een lagere klasse die Vermeer geschilderd heeft, maar de ruimtelijke indeling en en de composities komen ook in andere werken van hem terug.

De compositie

Een compositorisch motief dat Vermeer telkens weer herhaalt, is de plaatsing van een figuur in de hoek van een kamer met een witte achterwand paralel aan  het beeldvlak. Vaak is ook een venster te zien, dat zich zo dicht mogelijk bij de hoek van de kamer bevindt. Daardoor valt het meeste licht op de muur, terwijl de persoon als het ware en profiel perdu* te zien is, met het gezicht schuin afgewend. Steeds weer worden de hoofdfiguren bij de knieen aangesneden, waardoor de onderste rand voor de toeschouwer een soort balustrade vormt die de figuur van onderen begrenst. Waar dat niet het geval is, dient een tafel hetzelfde doel: erachter is alleen het bovenlichaam van het figuur te zien.

Niet in taal uit te drukken

Telkens weer heeft men zich de vraag gesteld waarom Vermeers schilderijen ook de moderne toeschouwer nog raken en zelfs fascineren. Het probleem van alle pogingen om een antwoord op die vraag te vinden was dat er steeds meer woorden werden gebruikt om te zeggen dat dat niet in taal uit te drukken is.
Natuurlijk is de kunstgeschiedenis bij wat ze doet afhankelijk van het medium taal en het is belangrijk niet de ogen te sluiten voor voor het gevaar dat de schilderijen zelf onder het stof van te veel woorden verdwijnen. Het is in elk geval niet de bedoeling om aan alle mislukte pogingen om Vermeers kunst in taal te herscheppen er met deze studie nog een aan toe te voegen. Hier wordt slechts geprobeerd met woorden naar het schilderij te wijzen en de specifieke kenmerken ervan uit te lichten.

Wat is nou zo bijzonder?

Dus ... wat is nou zo bijzonder aan de schilderijen van Vermeer, in casu Het Melkmeisje?
Daar bestaat geen twijfel over. Het bijzondere van dit schilderij en Vermeers overige werken, zit hem niet in de keuze van de onderwerpen, die zelden afwijkt van die van veel schilders uit zijn tijd, maar in de manier waarop hij ze in beeld vertaalt.
Wat Het Melkmeisje tot iets speciaals maakt, zijn vooral de ruimtewerking en de op nauwkeurige waarneming berustende subtiele manier waarop hij verschillende lichtverschijnselen op zijn schilderij weet te vangen. Dat ruimtelijke in zijn schilderijen bereikt Vermeer niet door de perspectivische constructie, maar door hoe hij verschillende materialen en de lichtval daarop schildert. Opvallend is dat hij bij de plaatsing van de figuur in de ruimte alle regels over verkorting in de wind slaat.

Terwijl de naar het licht toegekeerde zijde van het meisje heel plastisch is weergegeven, wordt haar jurk aan de andere kant met een harde, nadrukkelijke contour naast het witte vlak van de muur geplaatst, die als open, licht ruimte zondere duidelijke begrenzing de figuur omraamt. De figuur zelf is zo plastisch geschilderd dat je haar bijna denkt te kunnen aanraken.
Dit driedimensionale effect is vooral zichtbaar in haar hoofd en haar lichaam, dat zich onder verschillende lagen winterse kleding aftekent. Het meusje draagt een geel leren lijfje over een witte blouse, en een blauw schort over een wollen rode rok. De verf is dik opgebracht en geeft daarmee vorm aan de hele figuur. Haar gezicht is opgebouwd uit kleine verfresten in wit, lichte oker, roodbruine omber en grijsgroen.

Perspectivische constructie

Niet alleen het samenspel tussen de kleuren is heel doordacht, maar ook de perspectivische constructie van de ruimte. De horizontale middellijn van het schilderij loopt precies door het punt waar de hand van het meisje het oor van de kan vasthoudt. Daardoor creëert Vermeer een centrum dat net onder het verdwijnpunt van de compositie ligt en de blik van de toeschouwer naar de stromende melk toe trekt. Het extreem lage verdwijnpunt versterkt de fysieke aanwezigheid van de figuur en zorgt als het ware voor een soort heroïsering. De figuur werkt haast als een standbeeld, wat weer de indruk wekt dat de tijd in het afgebeelde heden is stilgezet. Daartoe dragen ook de stillevenmotieven in het schilderij bij. De toeschouwer die de etails bestudeert, ontdekt dat Vermeers mimetische concept - een natuurgetrouwe afbeelding van de zichtbare wereld - een artistieke kunstgreep is. Door de zachte contouren van de voorwerpen die hij afbeeldt lijken alle dingen in gelijke mate vaag.

Kleur- en lichtwaarden

Wat Vermeers beeldenwereld kenmerkt, is dat hij wat hij ziet niet zozeer vertaalt in de tekening, maar in kleur- en lichtwaarden, die in hun detailsvoorrang hebben op de constructie. De in het oog springende onscherpte van de objecten op de voorgrond in contrast met de scherp afgebeelde dingen op de achtergrond zorgt ervoor de je blik de diepte van de imaginaire beeldruimte in getrokken wordt. De voorwerpen op de tafel lijken uit ontelbaar toefjes verf te zijn opgebouwd. Ze zijn geschilderd in een aan de natuur ontleende grondkleur, waarop vervolgens allerlei puntjes gezet zijn die op die tint variëren, waarbij de nuances ook weer verwijzen naar objecten met een andere kleur die zich in de buurt bevinden. Vermeers karakteristieke schildertechniek gebruikt de korreligheid van de verftoetsen om in de afgebeelde voorwerpen als het ware te beschrijven en bovendien een bepaalde lichtwerking te bereiken. Dit effect is duidelijk zichtbaar in het geelbruine lijfje dat het mellkmeisje draagt. Als je de kleurvlakken goed bekijkt, zie je dat ze zijn opgebouwd uit ontelbare minuscuul kleine gele en bruine puntjes, waarmee de ruwe structuur van het materiaal treffend wordt weergegeven. Door materiaal-technisch onderzoek weten we dat het geel loodtingeel is, het lichtste geelpigment dat in Vermeers tijd verkrijgbaar was.
Bijzonder fascinerend is de diepblauwe kleur van het schort, die in een reproductie bijna niet na te bootsen is. Vermeer bereikte deze tint door het van gemalen lapis lazuli gemaakta blauwpigment in een doorschijnende laag over een monochrome onderschildering heen aan te brengen. Het effect dat aan de werking van gekleurd glas doet denken en de kostbaarheid van het gebruikte materiaal, lijken bijna in tegenspraak met de zo alledaags aandoende scène. Ook omdat zich voor het nooit eerder zo centraal in beeld gebrachte motief van het melk schenken geen voor de hand liggende inhoudelijke, poëtische of praktische betekenis bestaat.
Kleur en licht worden het eigenlijke onderwerp van het schilderij, waarop de dingen een geheimzinnige helderheid krijgen zonder dat het karakter van het natuurlijke zonlicht wordt opgeheven. Uitgaand van de ambities  en hoge eisen van de historieschilderkunst heeft Vermeer als schilder van interieurs een type schilderij gecreëerd, waarin de praktische problemen van compositie enn verfbehandeling niet meer in dienst worden gesteld van het thema en het verhaal, maar in plaats daarvan zelf tot onderwerp van het schilderij zijn gemaakt. Het onderscheidingsvermogen van de schilder is niet slechts middel tot een doel, maar bepaalt de inhoud van het schilderij.

Vrouwelijke deugd

Men heeft Het Melkmeisje wel uitgelegd als een 'belichaming van Hollandia' en een ideaalbeeld van vrouwelijke deugd. Vaak werd daarbij opgemerkt dat naaien, spinnen en kantklossen in Vermeers tijd als onmisbare vaardigheden voor een goede huisvrouw werden beschouwd. Overal in de Republiek zetten echtgenoten en dienstmeisjes deze vaardigheden in om het inkomen van het huishouden aan te vullen door het gesponnen garen, de gemaakte stoffen of het kant te verkopen. Het kwam zelfs voor dat vrouwen zich in gilden verenigden, wat destijds in Europa en in de ambachtswereld, die door mannen werd gedomineerd, zeer ongebruikelijk was.

+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

* en profiel perdu = een pose waarbij het gelaat is afgewend van de toeschouwer.
 

Item leesbaar gemaakt en ontleend aan dit boek: